Ah, Martin, ga je nou serieus een column over badminton schrijven? Ja, dat doe ik ja! Vandaag is alweer de laatste training van het seizoen en daar baal ik van. Badminton is namelijk de mooiste en leukste sport om te doen en die sport verdient een klein, (geschreven) standbeeldje. En aangezien betere schrijvers het niet doen, doe ik het maar. En ik snap heus wel dat het een beetje een lullige sport is. Je hebt niet veel nodig (net als voetbal), het is niet onwijs moeilijk (net als voetbal) en in principe kun je jezelf uren vermaken door hoog te houden (net als voetbal). Daarom is het ook een ideale sport voor op de camping (net als voetbal, overigens). Maar badminton is meer dan dat. Badminton heeft ook leuke kanten. Je ontwikkelt bijvoorbeeld een uitstekende hand-oogcoördinatie (wie weet in wat voor donker steegje dat ooit nog van pas komt). Het zorgt voor een grote maatschappelijke impact op je tot dan toe treurige, individualistische leven en een zekere verplaatsing op de sociale ladder (soms omhoog, helaas de meesten omlaag). En je beweegt, da’s ook niet onbelangrijk. Bovendien is het gewoon een spectaculaire sport. Het kan zo verschrikkelijk snel gaan, dat je als kijker enorm wordt uitgedaagd om het te volgen.

Petje af voor Selena Piek

En voor het feit dat een Nederlandse vrouw, in zo’n snelle sport, zowel kan slaan, een racket kan wisselen en daarbij haar huishoudelijke verantwoordelijkheid niet vergeet, neem ik mijn petje heel diep af voor Selena Piek. Zij deed dat laatst in mei dit jaar tijdens een toernooi in Indonesië in het damesdubbel. De snaren van haar racket gingen stuk en resoluut pakte ze haar reserve-racket uit haar tas, terwijl Eefje, haar dubbelpartner, het alleen moest opnemen tegen de twee tegenspeelsters. Het mooiste was dan ook, dat Eefje en Selena dat punt toch nog pakten. Geweldig om te zien.

Ik wil daarom ook dat badminton meer op tv komt. Dat zou in ons chauvinistische Nederland helemaal niet zo’n gek idee zijn. Eric Pang (goede naam voor een badmintonner, maar dat geheel terzijde) is niet alleen Nederlandse beste speler, hij heeft vorig jaar ook de kwartfinale van het WK gehaald. Dat zie ik mijn collega racketsporters van het tennis niet gauw doen op een grandslam. Bovendien pleit ik ook voor een x-aantal uren verplichte badmintontraining op scholen. Gewoon, omdat het leuk is. Dat mag ook wel eens gezegd worden, toch!

Martin Mannot